Altforst

Algemene historie

Algemene historie

Altforst heeft een lange historie en was in 1134 al bekend onder de naam Aldfurge en de verbastering hiervan: Altfrist. Later werd het Alvorst en in de volksmond Oudvorst. Het dorp is in eerste aanleg een bosontginning. Het dorp lag laag en moest voortdurend opgehoogd worden.

Voor de historie van het Land van Maas en Waal, hoe bewoners eeuwenlang leven tussen de twee rivieren, kijk op Het Verhaal tussen Maas en Waal

In 1818 bestond Altforst uit de gehuchten Heppard, de Torsch en Monnikenwoord met een polder van 600 bunder die in de winter onder water liep. In de 12e eeuw was de Monnikenwoord of de Woerd (betekent woonheuvel of een akker van waaruit ontginning van een bosgebied plaatsvond) bekend door de stichting van “Proosdij de Woerd”.

De bewoning werd geconcentreerd op drie dorpsheuvels, die van elkaar waren gescheiden door een lager gebied waaruit het materiaal voor ophoging afgegraven werd. De dorpskern heeft nog een opvallend grillig wegenpatroon, gevormd door de Kerkstraat, Torsdam, Middenheuvelstraat en Kerkpad. Vanuit de Woerdsestraat zijn het Noorder- en Zuiderblok ontgonnen en vanuit de Heppertsestraat het Oosterblok. In noordelijke richting liep vanouds een weg tot aan de grens met Puijflijk, zij volgde het tracé van de huidige Van Coothweg tot aan de Zegeweg. Het dorpsgebied wordt doorsneden door de Blauwe Wetering, die vanaf de Rijkse Wetering bij de Ulanden naar de Blauwe Sluis loopt.

Historie
Op een hoger gelegen oude begraafplaats aan de Kerkstraat te Altforst staat het sinds 1970 buiten gebruik gestelde kerkgebouw van de voormalige Nederlands Hervormde kringgemeente. Het is een driezijdig gesloten zaalgebouw met een klokkentorentje op de oostgevel. Het huidig gebouw stamt uit 1824 en is gebouwd met gebruikmaking van wat oud muurwerk van een koor van een verdwenen middeleeuwse parochiekerk aldaar.

In de kerk is nog een grafsteen aanwezig van de in 1542 overleden vicaris Goert van Driel. De voormalige parochiekerk stond oorspronkelijk met koorsluiting gericht naar de Kerkstraat. Altforst maakte toen deel uit van een gecombineerde Hervormde gemeente met Appeltern.
In 1801 ontving de predikant zijn inkomsten uit de bij de kerk behorende goederen. Dit duurde tot 1939, het jaar waarin de goederen grotendeels werden verkocht.. De kerk is een eenbeukige ruimte met een driezijdige sluiting aan de westzijde en rondom geschoord door liseenachtige steunberen. Deze kerk had oorspronkelijk nog twee zijbeuken en was toegewijd aan de heilige Bartholomeus. In 1460 consacreerde de wijbisschop van Keulen in de noordbeuk een altaar ter ere van Onze Lieve Vrouw en ter ere van H. Antonius Abt. In 1527 werd in de zuidbeuk een altaar aan de H. Anna en aan de H. Victor en Gezellen toegewijd. Het gebouw is gepleisterd behalve de aan de Kerkstraat liggende voorgevel met kerkportaal. De muren zijn voorzien van gietijzeren ramen. De toegangsgevel aan de straatzijde is voorzien van een smal middenrisaliet waarbinnen, in neogotische stijl, de toegangsdeur is aangebracht. Het daarboven prijkende klokkentorentje is helemaal van hout waarvan het kapje met leien is bekleed. Dit klokkentorentje verraadt een vroeg twintigste eeuwse gedaante. Het interieur was gepleisterde, dit is verwijderd , evenals de banken.
Het kerkje van Altforst is al lang niet meer in gebruik als kerk. Het is destijds voor een symbolisch bedrag verkocht aan de stichting Baet en Borgh om het gebouw een nieuwe passende culturele bestemming te geven. In 2006 is het eigendom overgegaan naar De Foundation of the New Arts, die er een museum voor abstracte en geometrische kunst in had gevestigd. Inmiddels is het een woonhuis.

Volgens opgave van 21 april 1755 bestonden de uitgestrekte goederen van de kerk, tot onderhoud van pastoor en vicaris, uit 23 percelen. De kerk behoorde tot het kapittel van Xanten en dit kapittel verwierf in Altforst aanzienlijke bezittingen.

In 1610 kwam de eerste predikant naar Altforst. Volgens de katholieken was dit omdat de rijke inkomsten van de kerkelijke goederen al te aanlokkelijk waren! Zij zagen een klein aantal hervormden, wellicht van elders, de kerk binnentreden en daaruit alles verwijderen wat de godsvrucht van de gelovigen opwekt. De katholieken hadden eerder de kelken, heilige misgewaden en kerksieraden in veiligheid gebracht. Een oude monstrans heeft het kerkbestuur later nog verkocht voor f 150 om de Rooms Katholieke schuurkerk te herstellen.

Bij de hervormde kerk stond in het verleden een fraaie pastorie, die is helaas afgebrand na enige tijd een andere “bestemming” te hebben gehad.

Altforst 1809, met daarop de oorspronkelijke hervormde, voormalig katholieke, kerk
De kadastrale kaart uit 1820 met daarop de “nieuwe” hervormde kerk, de pastorie en de school, het “Schoolhuis”

Voor meer historische kaarten en afbeeldingen Beeldbank cultureel erfgoed

De katholieken van Altforst beschouwden lange tijd de kloosterkerk van de Franciscanen in Megen als hun parochiekerk. In 1704 telde Altforst 100 communicanten en slechts vijf protestantse huisgezinnen.In 1796 werd in het dorp door pastoor J.H. van Horenbeek een schuurkerk gebouwd, die men terugvindt op het kadastraal minuutplan van 1820 als R.K. kerk en pastorie. De schuurkerk heeft gestaan ter plaatse van de huidige pastorie aan de Kerkstraat nr. 10.

Kadastraal minuutplan 1820 en subsidietoekenning Koning Willem

Onder het pastoraat van Hermanus de Bruijn werd in 1833 de schuurkerk vervangen door een Waterstaatskerk en in 1835 werd een nieuwe pastorie gebouwd. De Waterstaatskerk stond ten noorden van de huidige pastorie. In 1870 kende de parochie 220 communicanten. Koning Willem verleende in 1832 voor de bouw van de kerk en de pastorie 5.000 gulden subsidie.

Aan de Kerkstraat nr 8 staat nu de aan de H. Donatus toegewijde Katholieke Kerk,een eenbeukig gebouw met toren, gebouwd in 1890-1891 naar ontwerp van architec t J. Kayser.De kerk vertoont opvallende gelijkenis met de in 1887-1888 door Kayser gebouwde R.K. St.-Martinuskerk te Holtum (gemeente Born, Limburg).

Donatus werd op vele plaatsen in West-Europa vereerd als beschermer tegen onweer en blikseminslag. In Altforst wordt de feestdag van deze heilige nog steeds gevierd op de zondag na 8 juli. Voor meer informatie zie: Meertens instituut

Boerderijen
In het dorp Altforst staan een aantal boerderijen van monumentaal belang, aan de Kerkstraat, de Sluissestraat, de Sluissewal en de Woerdsestraat.

Aan de Woerdsestraat staan enige voornamelijk 19de-eeuwse boerderijen met een T- of L-vormige plattegrond.

Kerkstraat nr. 16

Geschiedenis Proosdij de Woerd
Aan de Woerdsestraat nr. 34 staat de hoeve Munnikenwoerd, ongeveer ter plaatse van een in 1134 door Bescela van Zumeren gestichte proosdij die door Norbertinessen werd bewoond.

I

n 1134 werd bij Altforst door Bescela van Zumeren, echtgenote van Fulco, stichter van de abdij van Berne, een Norbertinessenklooster gesticht, dat zij zelf tot aan haar dood in 1162 bestuurde. In diverse oorkonden wordt grondbezit van Berne in het Land van Maas en Waal genoemd. Na Bescela’s overlijden nam een kanunnik van de abdij van Berne de zorg over voor de proosdij, die was toegewijd aan Maria.

De bijbehorende kapel had St. Nicolaas tot patroon. Over de proosdij is zeer weinig bekend. In het midden van de 14de eeuw is het klooster door krijgslieden van de hertog van Gelre verwoest. In de late Middeleeuwen is het complex een soort uithof van de abdij Berne, waar soms een priester of een à twee lekebroeders verblijf hielden; later werden de proosdijgoederen overgelaten aan een rentmeester. In 1552 waren er nog religieuzen op de Munnikenwoerd.

In een op 5 juli 1570 uitgevaardigde pauselijke bul geeft Pius V de wens te kennen,dat de abdij van Berne in haar bezit van de proosdij of ‘curtis Munnikenwoerd’ wordt gehandhaafd en belast hij de bisschop van Utrecht of diens vicaris met de uitvoering daarvan. Munnikenwoerd bleef als “Uitlands Kloostergoed” buiten het rentambt en in bezit van de abdij tot de algehele verbeurdverklaring bij resolutie van 9 juli 1646.Toen werden de goederen aangeslagen en overgebracht onder het bestuur van de Domeinen, waarna de Staten van Gelderland in 1651 begonnen met het in het openbaar verpachten van de goederen. Van het proosdijcomplex resten nagenoeg geen zichtbare sporen meer. Er zijn echter in 1934, 1969 en 1972 pogingen gedaan om door middel van bodemonderzoek wat meer aan het licht te brengen.Van het middeleeuwse proosdijcomplex zijn bij de bouw van de thans ter plaatse staande hoeve ‘Munnikenwoerd’, die in haar oudste onderdelen uit de tweede helft van de 17de eeuw stamt, slechts weinig sporen overgebleven.
Er is nog een restant zichtbaar van een tufstenen muur, die onder de boerderij doorloopt.

De informatie is deels ontleend aan: A.G. Schulte, Het Land van Maas en Waal. Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1986

Voor achtergrondinformatie over de Abdij van Berne en de Munnikenwoerd zie Archief Berne

Voor de lotgevallen van Fulco zie het boek uit 1857 (gratis te downloaden van Google Books)

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud